Panel Didactiek
Datum Dinsdag 26 augustus 2025
Lokaal 03 Z 01
Starttijd 10:30
Abstract
Tegen de achtergrond van een toenemende taaldiversiteit in Vlaanderen en Nederland focust dit panel op meertaligheid binnen het hoger onderwijs, met aandacht voor uitdagingen en kansen in beleid en praktijk. Het vertrekt vanuit Nederland en Vlaanderen, waar de onderwijswetgeving het Nederlands als primaire onderwijstaal oplegt, met de mogelijkheid om opleidingen in het Engels aan te bieden. De implementatie van dat Engelstalige onderwijs vormt vaak het onderwerp van een polariserend debat, waarin empirie en taalexpertise het onderspit delven tegen ideologie.
Hogeronderwijsinstellingen proberen zich buiten dat debat te houden en dragen in hun beleidsvisies meertaligheid hoog in het vaandel. In de praktijk wordt die meertaligheid echter verschillend ingevuld. In Vlaanderen worden de beperkingen van Engelstalig onderwijs strikt bewaakt, terwijl in Nederland internationalisering een sterkere nadruk krijgt. In beide contexten wordt vaak voorbijgegaan aan de bredere meertalige realiteit, waarin studenten en docenten een breed scala aan talen gebruiken naast Nederlands en Engels. Hogeronderwijsinstellingen maken abstractie van deze diversiteit op microniveau en reduceren de omgang met meertaligheid veelal tot het wegwerken van een tekort in de onderwijstaal. Die discrepantie tussen beleidsvisies en praktijk leidt tot debatten over de positie van het Nederlands, de rol van het Engels, en de vraag naar concrete handvatten om thuistalen actief in te zetten in het leerproces.
Dit panelgesprek richt zich op de volgende vragen: ‘Hoe kan het Nederlands zich positioneren binnen een taaldivers academisch landschap?’, ‘Hoe beïnvloeden economische motieven, zoals het aantrekken van internationaal talent dat bijdraagt aan onderwijs, onderzoek en innovatie, de keuzes in taalbeleid?’, ‘Hoe kan een instelling de taalcompetenties van lesgevers en studenten in het Nederlands, Engels én andere talen erkennen en indien nodig versterken?’ en ‘Hoe kunnen de Vlaamse en Nederlandse ervaringen inspirerend zijn voor andere regio’s met soortgelijke uitdagingen?’
Omschrijving bijdragen
10:30-11:00 De huidige visie op meertaligheid in het Vlaamse en Nederlandse hoger onderwijs
Mit Leuridan, Universiteit Gent, Gent, België
De inleiding schetst een beeld van de huidige visie op meertaligheid in het Vlaamse en Nederlandse hoger onderwijs. De presentatie bevat zowel een beschrijving van de juridische contexten als voorbeelden uit de praktijk. Daarnaast wordt verwezen naar recent onderzoek over meertaligheid in het Vlaamse hoger onderwijs en naar de standpunten over meertaligheid van diverse professionele organisaties, zoals het Nederlands/Vlaams Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs.
11:00-11:30 Taalbeleid in het hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen
Folkert Kuiken, Universiteit van Amsterdam, Amsterdam, Nederland
Taalbeleid in het hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen staat onder druk en is aan verandering onderhevig. Om daar beter zicht op te krijgen is onlangs een enquête uitgevoerd door de Nederlandse en Vlaamse Universitaire Talencentra (NUT) met als onderzoeksvraag: wat is de stand van zaken en wat zijn knelpunten en oplossingen omtrent taalbeleid in het Nederlandse en Vlaamse hoger onderwijs?
De enquete is ingevuld door 16 talencentra, verbonden aan instellingen voor wetenschappelijk en hoger beroepsonderwijs in Nederland en Vlaanderen. Zij beantwoordden vragen naar het taalbeleid van de instelling in het algemeen, gehanteerde voerta(a)l(en) binnen de instelling, taaleisen aan personeel en studenten, toetsing van deze taaleisen, taalaanbod en financiering.
Uit de resultaten blijkt dat taalbeleid in het hoger onderwijs met name in het afgelopen decennium een sterke ontwikkeling heeft doorgemaakt. In de meeste instellingen is de voertaal tegenwoordig zowel Nederlands als Engels, waarmee – al dan niet officieel – is vastgelegd dat er sprake is van een meertalige context.
De taaleisen aan wetenschappelijk en ondersteunend en beheerspersoneel zijn niet altijd duidelijk en lijken te variëren; bovendien worden deze (lang) niet altijd nageleefd. Iets soortgelijks geldt voor studenten: voor zover zij na toelating worden getoetst, is dat niet altijd verplicht en worden er vaak geen consequenties aan de uitslag verbonden.
Financiering van het taalaanbod verschilt per instelling en daarbinnen vaak per afdeling of faculteit. Talencentra ervaren als grootste knelpunten gebrek aan geld, centrale visie, draagvlak en docenten. Bij het zoeken naar oplossingen zijn Vlaamse instellingen sterk gebonden aan eisen vanuit de overheid. In Nederland zijn instellingen gehouden aan de recent ingevoerde Wet Internationalisering in Balans. De vraag wat dat betekent voor de status van het Engels en voor de toekomst van het Nederlands als taal van de wetenschap wordt eveneens aan de orde gesteld.
11:30-12:00 De rol van talige diversiteit in het huidige taalvaardigheidsonderwijs in Nederland
Carel Jansen, Rijksuniversiteit Groningen, Groningen, Nederland / Universiteit Stellenbosch, Stellenbosch, Zuid-Afrika
Veel studenten die als Nederlandstalig gelden, hebben (ook) een andere thuistaal, zonder dat dat consequenties lijkt te hebben voor het taalvaardigheidsbeleid in het hoger onderwijs. Toch pleitte de KNAW al in 2018 voor meer aandacht voor meertaligheid in ruime zin. In een recente bespreking van belangrijke publicaties over meertaligheid, waaronder ‘Rethinking the Education of Multilingual Learners’ van Cummins (2021), concludeert sociolinguïst Jacomine Nortier (2024) dat inderdaad daar meer voor- dan nadelen aan verbonden lijken. Swanenberg & Spotti (2025), die het taalbeleid onderzochten aan twee Nederlandse universiteiten, stellen vast dat bestuurders menen dat de praktijk van taalgebruik op hun campus niet meertalig moet zijn, omdat dat zou leiden tot culturele fragmentatie en een archipel van taaleilandjes met een destructief uitsluitingseffect. De Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren (Taalunie, 2024) betoogde onlangs echter dat aandacht voor de diversiteit van thuistalen essentieel is. Anders lopen meertalige leerlingen en ook de maatschappij veel kansen mis, aldus de Raad, die verder stelt dat kennis van een andere taal de vaardigheid in het Nederlands niet in de weg staat. Desondanks beperken opeenvolgende Nederlandse onderwijsministers zich in het wetsvoorstel ‘Internationalisering in balans’ tot het Nederlands en het Engels en worden andere mogelijke thuistalen daarin niet genoemd. Hoe gaan Nederlandse universiteiten en hogescholen zelf om met de talige diversiteit van hun studenten? Wordt er in de taalbeleidsdocumenten van deze instellingen aandacht besteed aan de verscheidenheid aan thuistalen van studenten, en zo ja in welke zin dan? Wat is er bekend over de rol die de talige diversiteit van studenten speelt in de praktijk van het huidige taalvaardigheidsonderwijs? Voortbouwend op de literatuurstudie van Jansen et al. (Taalunie, 2022) over de taalcompetentie van Nederlandstalige studenten, wordt de stand van zaken anno 2025 geïnventariseerd en afgezet tegen de beschikbare onderzoeksliteratuur.
12:00-13:00 LUNCH
13:00-13:30 Lingua Franca Engels en meertalige praktijk binnen de hogeronderwijsinstelling
Stef Slembrouck, Universiteit Gent, Gent, België
De onderzoeker beschrijft de rol van Engels als lingua franca in het hoger onderwijs. Die gaat in op de context-specifieke impact van het Engels op zowel lokale als internationale academische praktijken aan de hand van casussen binnen en buiten het Nederlandse taalgebied.
13:30-14:00 Functioneel differentiëren: naar een modulair talenbeleid in het hoger onderwijs
Alexander De Soete, Universiteit Gent, Gent, België / University of the Western Cape, Bellville, Zuid-Afrika
De toehoorder krijgt een uiteenzetting over de meerwaarde en inzetbaarheid van een modulair talenbeleid. De presentatie beschrijft hoe instellingen functioneel kunnen differentiëren op basis van de talige noden van studenten en lesgevers. De spreker baseert zich hiervoor op bevindingen uit eigen doctoraatsonderzoek en de internationale literatuur.
14:00-14:30 Rondetafelgesprek