Het Nederlands in het psycholinguïstische laboratorium

Panel   Taalkunde
Datum Dinsdag 26 augustus 2025
Lokaal 03 Z 03
Starttijd 10:30

Abstract

Dit panel biedt een breed spectrum aan inzichten uit psycholinguïstisch-experimenteel onderzoek naar taalproductie, taalverwerking en taalverwerving in zowel meertalige als taalvergelijkende contexten. Daarbij wordt in het bijzonder aandacht besteed aan het Nederlands als onderzoekstaal in de psycholinguïstiek.

Er komen verschillende perspectieven aan bod. Enerzijds ligt de focus op cognitieve processen tijdens de zinsverwerking en -productie bij meertaligen, en op de vraag of en hoe de verschillende taalsystemen die meertalige sprekers hanteren, elkaar beïnvloeden. Anderzijds wordt het Nederlands vergeleken met nauw verwante talen, zoals het Duits en het Engels. Daarbij wordt onderzocht of er contrasten in taalverwerkings- en verwervingssystemen blootgelegd kunnen worden die correleren met taalverschillen. We bespreken onder meer welke effecten deze contrasten hebben op verwerkingsefficiëntie, zinsinterpretatie en andere domeinen zoals visuele perceptie. De inzichten uit dit panel leveren waardevolle data op die verbanden tussen taalstructuren en cognitieve processen verhelderen.

Een ander doel van het panel is om de methodologische complexiteit en diversiteit van de bijdragen te belichten. Er wordt aandacht besteed aan de uiteenlopende methoden die tegenwoordig in psycholinguïstisch onderzoek worden toegepast. Met behulp van (combinaties van) experimentele methoden zoals self-paced reading, eye-tracking en EEG dragen de onderzoeken in dit panel bij aan ons begrip van taalverwervings- en taalverwerkingssystemen, en van mechanismen van real-time taalverwerking. Deze kennis biedt enerzijds de mogelijkheid om typologische contrasten tussen nauw verwante talen bloot te leggen, die op hun beurt inzicht geven in hoe cognitieve processen bij taalverwerking en -verwerving verschillen afhankelijk van taalsystemen. Anderzijds levert dit begrip ook inzichten op in de architectuur van het meertalige zinsverwerkingssysteem, wat kan leiden tot praktische toepassingen op het gebied van meertaligheid, bijvoorbeeld in het talenonderwijs.

Omschrijving bijdragen

10:30-11:30 Panelintroductie en contrasten in verwerkingsstrategieën voor soepele argumentstructuur in het Nederlands, Duits en Engels
Anne Renzel, Universität Münster, Münster, Duitsland

Dit project onderzoekt contrasten in verwerkingsstrategieën voor niet-agentieve subjectwerkwoordcombinaties in zogenaamde permissive subjects (bv. ‘The tent sleeps four people’) in het Nederlands, Duits en Engels door gebruik te maken van psycholinguïstisch-experimentele methodes zoals self-paced reading, eye-tracking en EEG. De resultaten bieden inzicht in hoe verschillende strategieën voor de verwerking van soepele argumentstructuren aanwezig zijn bij sprekers van verschillende talen en de kwestie of deze strategieën correleren met contrasten in structurele basiskenmerken van talen, bijvoorbeeld woordvolgorde. Dit laat niet alleen een typologische classificatie toe van de West-Germaanse talen op basis van verwerkingscontrasten, maar draagt ook bij tot verklaringen hoe verschillende typologische kenmerken van verwante talen kunnen leiden tot verschillende verwerkingsstrategieën bij sprekers voor grammaticale structuren. De resultaten werpen ook licht op hoe taalsystemen

Het Language Leak-project: Interactie tussen Nederlands en Engels tijdens het lezen van zinnen door tweetaligen
Stefan Frank, Radboud Universiteit Nijmegen, Nijmegen, Nederland

Met dit project wordt onderzoek gedaan naar de invloed van het Engels op het Nederlands (en vice versa) tijdens het begrijpen van zinnen door tweetaligen. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat de talen van meertaligen een geïntegreerd systeem vormen: elke taal beïnvloedt de andere(n) bij de verwerking van zinnen. Het Language Leak project heeft als doel om de architectuur van het meertalige zinsverwerkingssysteem bloot te leggen en te verklaren hoe de talen van meertalige sprekers elkaar beïnvloeden. Door computationele simulaties te combineren met psycholinguïstischexperimentele methodes zoals eye-tracking en EEG biedt het project nieuwe inzichten in cognitieve processen tijdens de zinsverwerking bij meertaligen. Op basis daarvan kunnen computationele cognitieve modellen geïmplementeerd worden die aspecten van taalverwerking simuleren en rekening houden met de unieke eigenschappen van het meertalige brein. Dit biedt onder andere mogelijkheden om innovaties te stimuleren in het talenonderwijs.

De interactie tussen expliciet en impliciet leren van de Nederlandse passief door sprekers van het Frans
Robert Hartsuiker, Universiteit Gent, Gent, België

In dit onderzoek worden een tweetal taalproductiestudies gerapporteerd met Franstalige leerders van het Nederlands met behulp van plaatjesbeschrijvingstaken en structurele priming. De resultaten laten zien dat de groep een paradoxale voorkeur heeft voor werkwoordsfinale passieven, in tegenstelling tot zowel de woordvolgorde van het Frans als de geprefereerde woordvolgorde in Nederlandstaligen. Dit lijkt een gevolg te zijn van expliciete instructie. Deze voorkeur vermindert met toenemende proficiency, en is sterk beïnvloedbaar door impliciet leren.

De invloed van casusmarkering op de verwerking en interpretatie van wh-vragen in het Nederlands en Duits
Roos Weijers, Carl von Ossietzky Universität Oldenburg, Oldenburg, Duitsland

In dit onderzoek wordt het Nederlands ingezet om de vraag te beantwoorden hoe casusmarkering aan de verwerking en interpretatie van wh-vragen bijdraagt. Door een zin-afbeelding-matching-taak in combinatie met eye-tracking als methodes te gebruiken, vergelijken we de verwerking en interpretatie van Nederlandse wh-vragen (bv. Welke schilder groeten de cowboys?) met die van Duitse wh-vragen (bv. Welchen Maler grüßen die Cowboys?) die in tegenstelling tot het Nederlands casusmarkering hebben.

Het effect van taalspecifieke morfosyntactische cues op wh-vragen-interpretatie en hun rol in het genereren van voorspellingen: Een vergelijking van Duits en Nederlands
Matthias Reiner, Universiteit Groningen, Groningen, Nederland

Het interpreteren van wh-vragen zoals 'Welke buren groeten de postbode?' is afhankelijk van specifieke morfosyntactische cues en voorspellingen die onder andere uit de discourscontext worden gegenereerd. Maar wat gebeurt er als zelfs nauw verwante talen zoals Duits en Nederlands verschillen in hun beschikbare cues? Via eye-tracking vergelijken we moedertaalsprekers van het Duits en Nederlands in hun gebruik van morfosyntactische cues bij de interpretatie van wh-vragen. Een bijzondere focus ligt hierbij op verschillen in voorspellingen die morfosyntactische cues genereren