Panel Letterkunde
Datum Donderdag 28 augustus, vervolg op vrijdag 29 augustus 2025
Lokaal LIC 0.04 (donderdag), 05 N 04 (vrijdag)
Starttijd 10:30
Abstract
In 2022 stelde de projectgroep haar onderzoek voor naar de receptie van Nederlandstalige literatuur in Centraal-Europa en de Balkan. Op dit colloquium presenteren wij de resultaten van dit inmiddels afgeronde project.
Vanaf 1955 nam het aantal literaire vertalingen uit het Nederlands in deze regio aanzienlijk toe, mede dankzij de oprichting van lectoraten. Door de inbreng van neerlandici ontstond een vrij representatief beeld van de Nederlandstalige literatuur. Tegelijkertijd was er sprake van aanzienlijke invloed van zogeheten ‘gidslanden’ als de USSR en, in mindere mate, de DDR. Ook moest rekening worden gehouden met de doctrine van het socialistisch realisme en met financiële beperkingen door deviezentekorten. Hoewel censuur officieel nergens bestond en lijsten met verboden boeken strikt geheim waren, leidde de onzekerheid bij vertalers vaak tot zelfcensuur.
De inleidende lezing ‘Een Oost-Europese canon?’ onderzoekt in hoeverre de vertaalde werken in deze regio aansloten bij de vertaalstromen elders in Europa. De vijf daaropvolgende lezingen behandelen achtereenvolgens de situatie in de Sovjetunie, de DDR, Tsjecho-Slowakije, Roemenië, Bulgarije en Joegoslavië, en laten zien hoe vertalers en uitgeverijen omgingen met de spanningen tussen de wens om representatieve Nederlandstalige literatuur aan het publiek aan te bieden en de noodzaak te voldoen aan de normen van het socialistische systeem. Deze thematiek is ook vandaag weer actueel, onder meer in de Russische Federatie en de Volksrepubliek China.
In vrijwel alle onderzochte landen vormden ‘tijdschriften voor wereldliteratuur’ vooral na de Helsinki-akkoorden van 1977 een uitweg: zij boden ruimte voor publicatie van werken die niet aan het socialistisch-realistische discours voldeden. Tot slot wordt getoond hoe Joegoslavië hierin een afwijkend pad volgde. De lezingen wijzen tevens op mogelijkheden voor vervolgonderzoek.
Omschrijving bijdragen
10:30-11:00 Een Oost-Europese canon?
Ton van Kalmthout, Huygens-Instituut/KNAW, Amsterdam, Nederland / Universiteit Leiden, Leiden, Nederland
Op 2 juli 2025 presenteerde de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren haar vijfjaarlijkse canon van vijftig werken uit de Nederlandse literatuur, volgens haar website ‘een zorgvuldig samengestelde lijst hoogstandjes en eigenzinnigheden uit meer dan 900 jaar Nederlandstalige letteren, geboren uit lezen, herlezen, discussie en consensus’. Zo’n lijst roept de vraag op of er maar één Nederlandse literatuur en maar één canon van de Nederlandse literatuur is en of er daarnaast misschien ook alternatieve versies denkbaar zijn, een Oost-Europese bijvoorbeeld. En als er een Oost-Europese canon bestaat, in hoeverre wijkt die dan af van wat elders aan Nederlandse literatuur werd gecanoniseerd?
11:00-11:30 Multatuli in Russische vertaling - Over Multatuli in Russische vertaling (deels met het Duits als tussentaal)
Katja Vekshina, Nederlands Instituut Sint-Petersburg, Sint-Petersburg, Rusland
De Russische receptie van Multatuli, begonnen aan het eind van de 19e eeuw, kende een hoogtepunt in de Sovjetperiode. Een significant deel van de Russische Multatuli-vertalingen, waaronder die van Max Havelaar, kwam indirect tot stand via Duitse tussenteksten, wat wordt bevestigd door tekstuele en historische analyse. De beeldvorming van Multatuli in Rusland werd mede beïnvloed door Duitse bronnen. Zo gebruikte A. Tsjebotarevskaja (1869–1925) de anthologie van Wilhelm Spohr voor de eerste Russische bundel (1907) waarbij ze een uitgebreide inleiding Dekker-Multatuli schreef, die als inspiratiebron voor latere voorwoorden diende. Bovendien baseerden de eerste volledige vertalingen van Max Havelaar uit 1916 en 1925 zich op Karl Mischkes Duitse versie, waarvan de invloed aantoonbaar blijft in latere Russische publicaties tot 1959. Deze paper belicht de geschiedenis van de publicatie van Multatuli's werk in Rusland en de langetermijnimpact van Duitse bemiddeling op de interpretatie en canonisering ervan.
11:30-12:00 Vertalingen vanuit het Nederlands in Sovjet-Litouwen
Birutė Avižinienė, Instituut voor de Litouwse literatuur en cultuur, Vilnius, Litouwen
De lezing gaat in op de literaire vertalingen vanuit het Nederlands, gepubliceerd in de Socialistische Sovjetrepubliek Litouwen in 1940–1990 en de receptie hiervan. Zowel voor de vertaling als de receptie is de Sovjetbezetting van Litouwen een belangrijke factor. In de communistische regimes werd van de literatuur verwacht dat ze de officiële esthetische en ideologische waarden van de Partij overnam. Hierbij speelde de vertaling een sleutelrol: het regime moest beslissen hoe het zich wilde engageren met andere naties en culturen en hoe dat engagement kon worden gerationaliseerd in termen van zijn ideologie (Rundle 2002: 4–5). Daarom wordt het theoretisch kader van het onderzoek gevormd door het postkolonialisme dat vaak met succes voor de situatie van de Baltische staten wordt gebruikt (Kelertas 2006; Gūtmane 2013; Annus 2019). Vooral het concept van koloniale samenlevingen als discursieve slagvelden, geformuleerd door Epp Annus (Annus 2019: 7), is geschikt om de situatie van de vertalingen van de Nederlandstalige literatuur te bespreken. Vaak kunnen we namelijk zien hoe koloniale en dekoloniale discoursen in de Litouwse samenleving zich naast elkaar ontvouwden. In de eerste helft van de Sovjetbezetting werden Nederlandstalige boeken geselecteerd door Moskou vanuit een ideologisch oogpunt. Meestal waren dit realistische romans die gelezen konden worden volgens de principes van het socialistisch realisme en die thematisch bij het cultuurbeleid van het Sovjet-kolonialisme pasten. De romans zijn vanuit het Russisch vertaald en altijd van een nawoord voorzien dat de officiële receptie van de vertalingen weergaf. In de jaren 80 ontstonden er lokale initiatieven om Nederlandse literatuur en cultuur in Litouwen te presenteren. De transitietaal veranderde: vanaf dat moment werd de Nederlandstalige literatuur vanuit het Duits vertaald. Hoewel de Nederlandse vertalingen in de Sovjetperiode schaars zijn, weerspiegelen ze zowel het cultuurbeleid van het Sovjetkolonialisme als de poging van lokale cultuur alternatieven hiervoor te vinden.
12:00-12:30 De muizendiscipline - Over de rol van Olga Krijtová en Júlia Májeková binnen de transfer van Nederlandstalige literatuur naar Tsjecho-Slowakije
Wilken Engelbrecht, Palacký Universiteit, Olomouc, Tsjechië / Katholieke Universiteit Lublin, Lublin, Polen
Benjamin Bossaert, Comenius Universiteit, Bratislava, Slowakije
Tussen 1945 en 1990 bepaalden twee vertalers welke Nederlandstalige werken bekend werden in Tsjechië en Slowakije. Olga Krijtová werkte zowel als literair vertaler als docent Nederlands aan de Karelsuniversiteit in Praag. Ze streefde ernaar om Tsjechische lezers een evenwichtig beeld van de literatuur te geven. Dankzij wat zij haar ‘muisdiscipline’ noemde –hardnekkig aanbevelen van werken die zij belangrijk vond om te vertalen – slaagde zij erin de Tsjechische lezers een goed beeld te geven. Haar Slowaakse tegenhanger Júlia Májeková bevond zich in een andere positie. Als redacteur bij de literaire uitgeverij Tatran kon ze boekenbeurzen bezoeken en had ze een goed oog voor wat Slowaakse lezers aansprak. Op haar manier gaf ook zij een representatief beeld van de Nederlandstalige literatuur, inclusief Vlaamse auteurs. Er moet ook worden bedacht dat de Tsjechische en Slowaakse boekenmarkt destijds min of meer één waren: het publiek kende beide talen en boeken uit beide delen van het land werden ook in het andere deel verkocht.
12:30-13:30 LUNCH
13:30-14:00 Vertaalster als gatekeeper en gatemaker - Lisetta Stembor en de Poolse literatuur in Nederland
Hanna Bereźnicka, Adam Mickiewicz Universiteit, Poznán, Polen
De Nederlandse poloniste en vertaalster Lisetta Stembor (1927–2017) behoorde tot de meest actieve bemiddelaars van de Nederlandse literatuur in Polen en de Poolse literatuur in de lage landen. Haar omvangrijke correspondentie met verschillende actoren van het Poolse en Nederlandse literaire veld verschaft inzicht in de individuele, institutionele, politieke en poëticale dimensies van de Pools-Nederlandse literaire transfer. In de bijdrage wordt Stembors rol in de transferprocessen van de Poolse literatuur naar de Nederlandse markt in de periode van de culturele Koude Oorlog onderzocht. Het niet eerder gepubliceerde archiefmateriaal (Stembors nalatenschap in het Haagse Literatuurmuseum) geeft inzicht in Stembors specifieke functies als literaire gatemaker, gatekeeper en vertaalster.
14:00-14:30 ‘Ma dernière manie - c’est la Roumanie’. De rol van culturele bemiddelaars in socialistisch Roemenië
Alexa Stoicescu, Universiteit van Boekarest, Boekarest, Roemenië
Deze bijdrage onderzoekt de opmerkelijke diversiteit aan Roemeense vertalingen van Nederlandstalige literatuur tijdens het socialistische tijdperk. Daarbij worden drie onderscheiden periodes geïdentificeerd in de vertalingen uit het Nederlands naar het Roemeens tussen 1943 en 1989, telkens geplaatst tegen de bredere context van vertaalstromingen uit andere talen in dezelfde periode. De aanwezigheid van Nederlandstalige literatuur in Roemenië blijkt in belangrijke mate te danken aan het werk van individuele culturele bemiddelaars, zoals Karel Jonckheere, de Vlaamse dichter en pleitbezorger van de Vlaamse literatuur in het buitenland, die actief bijdroeg aan de verspreiding van zijn favoriete titels. Daarnaast speelden vertalers als Petre Solomon en H.R. (Henri) Radian een cruciale rol, waarbij vertalen fungeerde als een ‘window to the world': een manier om contact te onderhouden met het Westen, hetzij via briefwisselingen (bewaard in het Letterenhuis in Antwerpen), hetzij via reizen naar België en Nederland. De correspondentie van deze culturele bemiddelaars vormt de tweede focus van deze bijdrage.
14:30-15:00 Staren door een Sovjetbril? Over vertaalde Nederlandstalige literatuur in communistisch Bulgarije
Michel De Dobbeleer, Universiteit Gent, Gent, België
Op het eerste gezicht lijkt de geschiedenis van de vertaling van Nederlandse en Vlaamse literatuur naar het Bulgaars tijdens het communisme het cliché van Bulgarije als de ‘zestiende Sovjetrepubliek’ te bevestigen. In de eerste decennia werd slechts werk van Multatuli en Theun de Vries vertaald: allebei auteurs die makkelijk als communistisch (gezind) konden worden geframed. Die situatie veranderde langzaamaan in de latere jaren zestig, o.a. door toedoen van Karel Jonckheere. Intussen was het ‘cultuurbeleid’ van leider Todor Zjivkov minder streng geworden, deels onder invloed van zijn controversiële dochter Ljoedmila Zjivkova. Dit stelde Bulgaarse vertalers uit het Nederlands in staat om in het laatste decennium van het communisme enkele persoonlijk gemotiveerde keuzes te maken bij het presenteren van de (literatuur van de) Lage Landen in het aantrekkelijke blad van de Bulgaarse Vertalersbond, Panorama (vanaf 1980), via vertaalde fragmenten, gedichten of verhalen.
15:00-15:30 Met passie vanuit Joegoslavië - De rol van belangrijke Servische, Kroatische en Sloveense vertalers binnen de transfer van Nederlandstalige literatuur naar Joegoslavië
Jelica Novaković-Lopušina, Belgrado, Servië
Anita Srebnik, Universiteit van Ljubljana, Ljubljana, Slovenië
Als multinationaal, multiconfessioneel, multireligieus en meertalig land was Joegoslavië rijk aan verschillende literaire systemen. Sinds Tito's breuk met Stalin (1948) werd Joegoslavië beschouwd als een paria binnen de socialistische gemeenschap. Socialistisch transnationalisme speelde dan ook een ondergeschikte rol. Net als op andere gebieden van het sociale en culturele leven had Joegoslavië veel te danken aan enthousiaste individuen – ongeacht hun moedertaal en etnische achtergrond – die gedreven werden door passie, of die nu idealistisch/ideologisch of puur artistiek was. Bij hun zoektocht naar titels waren ze meestal aangewezen op bestaande vertalingen (voornamelijk Duits, later ook Engels), persoonlijke contacten en sinds de jaren vijftig ook op literaire agenten uit Nederland en België.
Vrijdag 29 augustus
10:30-11:00 Tussen censuur en wereldliteratuur: De plaats van Nederlandstalige literatuur in de cultuurpolitiek van de DDR
Paweł Zajas, Adam Mickiewicz Universiteit, Poznán, Polen
11:00-11:30 Rondetafelgesprek