Panel Cultuur
Titel Multiperspectiviteit in taal- en cultuuronderwijs over het Nederlandse en Belgische koloniale verleden en zijn doorwerkingen
Datum Woensdag 27 augustus 2025
Lokaal 01 D 001
Strattijd 10:30
Abstract
Het koloniale verleden van Nederland en België en de doorwerkingen daarvan vormen een belangrijk onderwijsthema in (inter)nationale opleidingen Neerlandistiek in het hoger onderwijs, in het NT2-/NVT-onderwijs, en in (talige) vakken zoals geschiedenis en aardrijkskunde in het primair en secundair onderwijs. Het gebrek aan multiperspectiviteit in historiografie en in NVT- en geschiedenislesboeken wordt steeds vaker bekritiseerd (Van Stipriaan 2023), en het is aannemelijk dat deze kritiek ook van toepassing is op gerelateerde educatieve media en onderwijscontexten.
Multiperspectiviteit – een concept dat, net als meertaligheid, is verbonden aan diversiteit – houdt in dat verschillende historische actoren, historici of hedendaagse stemmen worden toegelaten en dat alternatieve narratieven worden geïncludeerd naast dominante master narratives (Munslow, 2016). Multiperspectiviteit in lesmateriaal kan een belangrijke bijdrage leveren aan inclusief onderwijs, waarin alle deelnemers optimaal kunnen participeren (UNESCO 2020).
Dit panel wil onderzoekers en onderwijsprofessionals met uiteenlopende benaderingen van dit centrale thema samenbrengen. Het omvat bijdragen over Indonesische en Nederlandse geschiedenislesboeken, kritische perspectieven op de Canon van Nederland, lesboekdiscours over migratie en docentinterviews binnen het vak aardrijkskunde, evenals discoursanalyses in en rondom het Congolese en Belgische geschiedenisonderwijs. Het panel staat open voor bijdragen die zich richten op andere educatieve artefacten (bijvoorbeeld postkoloniale objecten in musea) of andere postkoloniale contexten waarin een Nederlandse (neo)koloniale bezetting een rol speelde (bijvoorbeeld Suriname, Aruba, Sint Maarten of Curaçao).
Omschrijving bijdragen
10:30-11:00 Multiperspectiviteit in (post)koloniaal discours: Een vergelijking van Indonesische en Nederlandse geschiedenislesboeken (1948-2022)
Dietha Koster, Universität Münster, Münster, Duitsland
Denise Bentrovato, University of Pretoria, Pretoria, Zuid-Afrika
Karel van Nieuwenhuyse, KU Leuven, Leuven, België
Achmad Sunjayadi, Universitas Indonesia, Jakarta, Indonesië
Deze studie onderzocht hoe acht Indonesische en acht Nederlandse geschiedenislesboeken (1948- 2022) voor het secundair onderwijs mensen van kleur alsook witte personen in de ko-loniale geschiedenis en haar doorwerking representeerden. Door het diachrone en vergelij-kende perspectief worden (een gebrek aan) ontwikkelingen in multiperspectiviteit in lesboek-discours alsook verschillen en overeenkomsten in beide nationale contexten duidelijk. Het consistente uitwissen van vrouwen uit de geschiedenis in beide nationale contexten was een opvallend resultaat, alhoewel Indonesische lesboeken meer vrouwen als vrijheidsstrijders op-namen.
11:00-11:30 Veranderingen in het discours over de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog in de Canon van Nederland vóór en na de herijking
Sarah Ardelia Saptono, Universitas Indonesia, Jakarta, Indonesië
In 2006 lanceerde de Nederlandse overheid de Canon van Nederland van belangrijke figuren, voorwerpen, gebeurtenissen en ontwikkelingen uit de Nederlandse geschiedenis en cultuur. De canon dient als leidraad voor geschiedenis- en maatschappijleeronderwijs in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. In reactie op kritiek heeft de Nederlandse overheid de canon in 2020 herijkt, waarbij onder andere het discours over de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog is herschreven. Deze studie onderzoekt de veranderingen in het discours over de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog in de Canon van Nederland vóór en na de herijking. Meer specifiek richt deze studie zich op hoe de multiperspectiviteit in het discours is veranderd vóór en na de herijking. Dit onderzoek maakt gebruik van mixed methods, een combinatie van kwantitatieve en kwalitatieve analyses, met een postkoloniale benadering. De resultaten laten zien dat het discours over de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog in de Canon van Nederland na de herijking meer gender- en etnische diversiteit omvat en mensen van kleur met meer agency portretteert. Daarnaast probeert het ook Europese bias te vermijden door meer diverse perspectieven te presenteren en recent onderzoek naar de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog te integreren. Sommige groepen, zoals Indonesische vrouwen en Molukkers, worden echter nog steeds niet volledig erkend. Niettemin duiden deze veranderingen op een positieve verschuiving in de manier waarop Nederland aankijkt op zijn koloniale geschiedenis, waardoor evenwichtigere en inclusievere perspectieven in het geschiedenisonderwijs worden bevorderd.
11:30-12:00 Verhalen van het verleden: Koloniale erfenissen in Indonesische en Nederlandse schoolboeken
Tina van der Vlies, Erasmus Universiteit Rotterdam, Rotterdam, Nederland
De Revolusi, ofwel de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog, heeft zowel in Indonesië als in Nederland diepe sporen nagelaten, maar wordt in beide landen op verschillende manieren herinnerd en onderwezen. Dit paper onderzoekt, vanuit een transnationaal perspectief, de impact van geopolitiek- in de context van postkoloniale en postimperiale identiteitsvorming - op de representatie van dit verleden in schoolboeken en de doorwerking van deze interpretaties door de tijd heen.
12:00-12:30 Aandacht voor postkoloniale misdaden in het onderwijs
Pieter den Hollander, Beijing Foreign Studies University, Beijing, China
Er is steeds meer aandacht voor het koloniale en slavernijverleden. We noemen slechts de canonisering van Wij slaven van Suriname (De Kom 2020), de bestsellers Congo en Revolusi (Van Reybrouck 2011, 2022), Staat en slavernij (Allen et al. 2023), studies over koloniale oorlogen (Limpach 2016; Hagen 2018; Oostindie et al. 2022) en de excuses van regeringsleiders en staatshoofden. Er is ook een backlash: morele geschiedschrijving zou Poetin en Xi in de kaart spelen (Bossenbroek 2024). Toch zijn er nog lacunes. In een recent verschenen kennisagenda (Allen et al. 2024) wordt de doorwerking van het kolonialisme “tot op de dag van vandaag” genoemd als onontgonnen onderzoeksterrein. Daarbij is er nog weinig aandacht voor staatsmisdaden tegen de democratie (deHaven Smith 2006) bij het ontstaan van neokoloniale verhoudingen. Het kolonialisme wordt voorgesteld als een afgesloten periode, terwijl de huidige wereldorde er een voortzetting van is (Ghosh 2022). Hoe kan de internationale neerlandistiek hier aandacht aan besteden? We analyseren of en hoe postkoloniale staatsmisdaden aan de orde komen in bestaande onderwijsmethoden (o.a. Besamusca et al. 2014) en geschiedenisboeken. Tevens worden de inhoudelijke keuzes besproken van een nieuwe methode (Den Hollander et al. 2025).
Casus 1: Moord op Patrice Lumumba
Dankzij Ludo De Witte (1999, 2021) en onderzoekscommissies (Bacquelaine et al. 2001; Mathys et al. 2022) legt België rekenschaf af. Leuven verwijderde Leopold II uit een nis van het stadhuis en Brussel vernoemde een plein naar Lumumba, een voorbeeld van herinneringspolitiek. Hoe krijgt de nieuwe kennis een plaats in het onderwijs?
Casus 2: Kwestie Nieuw-Guinea Sinds Arend Lijphart (1966) is de consensus dat Nederland vasthield aan Nieuw-Guinea als een “souvenir aan het wereldrijk” (Hofland 1972). Een studie van Greg Poulgrain (2020) maakt deze voorstelling van zaken onhoudbaar. Aansluitend bij New Diplomatic History (Houssine 2018) zal de rol van maatschappelijke actoren worden besproken.
12:30-13:00 Te Europees, te wit, te mannelijk? Inzichten uit lesboekdiscours en docenteninterviews over (post)koloniale sporen in Nederlands aardrijkskundeonderwijs
Marthe Wierenga, Universität Münster, Münster, Duitsland
Anne Köster, Universität Münster, Münster, Duitsland
Dit paper onderzoekt vanuit een Global Citizenship Education perspectief hoe het koloniale verleden van Nederland doorwerkt in Nederlandstalig aardrijkskundelesboekendiscours en hoe Nederlandse aardrijkskundedocenten hier tegenaan kijken. We presenteren een kritische discoursanalyse van drie aardrijkskundelesboekhoofdstukken over landen en gemeenschap-pen met een geschiedenis van Nederlandse koloniale bezetting, alsook perspectieven van docenten hierop in interviews. Een gebrek aan historische accuraatheid over het koloniale verleden in lesboeken was een opvallend resultaat, alsook de zeer uiteenlopende perspectieven van docenten op het thema.
13:00-14:00 LUNCH
14:00-14:30 Evoluerende voorstellingen van een gedeeld koloniaal verleden: Een vergelijkende analyse van Belgische en Congolese geschiedenislesboeken, 1945-2015
Karel van Nieuwenhuyse, KU Leuven, Leuven, België
Denise Bentrovato, University of Pretoria, Pretoria, Zuid-Afrika
Onder invloed van de postkoloniale wending onderzoekt dit paper, in een diachroon en vergelijkend perspectief, de evoluerende lesboekrepresentaties van het Belgische kolonialisme en zijn nasleep in het Belgische en Congolese geschiedenisonderwijs sinds 1945. De narratieve analyse identificeert continuïteit en verandering, en convergenties en divergenties, in perspectieven, klemtonen, multivocaliteit en stiltes in lesboekverhalen. Het onderzoekt de soms tegenstrijdige invloeden van politiek, academische geschiedschrijving, populaire historische cultuur en onderwijsprocessen op de lesboeken van de twee landen. Van hieruit verkennen we de mogelijkheden om dit verleden (en andere) meer door een interculturele lens te benaderen, waardoor ook een grotere multiperspectiviteit en multivocaliteit in geschiedenislesboeken kan worden opgenomen.
14:30-15:00 Rondetafelgesprek